Het is niet altijd makkelijk om anno 2011 de exacte locaties te bepalen van de Haarlemse brouwerijen. In enkele gevallen is nog een gevelsteen aanwezig die in elk geval een aanwijzing geeft, bijvoorbeeld ’t Scheepje en de Drie Bootshaken op de Houtmarkt, de Olifant op de hoek van het Korte Spaarne en de Wijdesteeg, de Drie Klaveren aan het Spaarne, en de Twee Akers op de Bakenessergracht. In andere gevallen is het bekend door onderzoek, zoals de Vos op het Donkere Spaarne (het tweede en derde pand vanaf de hoek van de Bakenessergracht), of de Bierbrouwerij en IJsfabriek ’t Spaarne aan het Zuider Buiten Spaarne, waarvan het oude brouwhuis nog resteert, thans ook wel bekend als “de toren van Merens”. De Haarlemse predikant Samuel Ampzing nam een lijst op in zijn beschrijving van Haarlem uit 1628. Dus uit dat jaar weten we in elk geval aan welke straten toen brouwerijen gevestigd waren. Hieronder deze lijst, met de locaties zoals die in 1628 werden genoemd, en de huidige straatnamen.
De Drie Klaveren aan het Spaarne
Bij de lokalisering van de brouwerijen aan de hand van de lijst van 1628 moeten we wel bedenken dat er vroeger nog een brug extra over het Spaarne lag, de Nicolaasbrug, die liep van de hoek Koudenhorn / Donkere Spaarne naar de Koralensteeg aan de oostkant van het Spaarne. Ampzing deelt de brouwerijen langs Spaarne en Bakenessergracht in op basis van de bruggen uit zijn tijd. Hij werkte het Spaarne af vanuit de noordelijke richting naar het zuiden.
Op het Spaarne, tussen de Katharijnebrug en de Nicolaasbrug, eerst aan de oostkant (nu de Korte Dijk en de Houtmarkt), waar we de volgende brouwerijen vinden: De Twee Leliën, de Bril, het Brandijzer (voorheen ook wel bekend onder de naam de Bruinvis), ’t Scheepje, en de Zon (deze brouwerij lag precies tussen de Melkboerensteeg en de Koralensteeg). Vervolgens aan de westkant (nu het Koudenhorn): het Grote Anker, het Springende Paard, de Molen, de Ruit, en het Hoefijzer.
Op het Spaarne, tussen de Nicolaasbrug en de Gravestenenbrug, eerst aan de oostkant (nu de Houtmarkt, de Vissersbocht en het Korte Spaarne): de Halve Maan en de Drie Bootshaken (Houtmarkt), de Drie Leliën (Vissersbocht), de Mouthaan, en de Olifant (Korte Spaarne). Vervolgens aan de Westkant (Donkere Spaarne): het Rood Hart, de Trompet, de Drie Kruizen, de Drie Sterren, de Pauw, de Vogel-struis, en de Vos.
Op het Spaarne, tussen de Gravestenenbrug en de Vis of Melkbrug, op dit stuk alleen brouwerijen aan de oostzijde (Spaarne): de Ster, de Klok, de Twee Haringen, het Bourgondische Kruis, de Aker, en de Hollandse Tuin. De meeste van deze brouwerijen waren gelegen op het stuk tussen de Wijdesteeg en het gebouw van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen.
Op het Spaarne, tussen de Vis of Melkbrug en de Langebrug (nu al weer een aantal jaren geleden vervangen door de zogenaamde “verfroller”), eerst aan de oostkant (Spaarne): de Posthoorn, de Druif, de Zwaans-hals, de Twee Schoppen, de Ruiter, de Drie Klaveren, en de Kameel (deze brouwerij kwam ook wel voor onder de namen de Arend, of Dubbele Arend, en het Haasje). Vervolgens aan de westzijde (Spaarne en Turfmarkt): de Twee Ankers (ook wel het Dubbeld Anker), de Twee Klimmende Leeuwen, het Haarlemse Wapen, en tenslotte de Kroon (deze laatste was gelegen aan de Turfmarkt).
Ook de Bakenessergracht kende toen nog een aantal brouwerijen, zowel “op Bakenes” (de oostkant van de Bakkenessergracht, als “op Kijk Bakenes” (de westkant). Gerekend aan de Bakenessergracht, beginnende bij het Spaarne, tussen de Wildemansbrug en de Quakkelbrug, eerst op Bakenes (dus de oostzijde): de Zwaan, de Twee Sterren, en de Twee Ruiten, en vervolgens Kijk Bakenes (de westzijde): de Passer en het Kleine Anker. Tussen de Quakkelbrug en de stadsgracht vinden we op dat moment alleen aan de oostzijde nog twee brouweijen: de Windhond en de Twee Akers.
De Passer en de Valk (Bakenessergracht)
Ampzing geeft voor de rest van de stad verder nog een viertal brouwerijen, de Olipot en de Boog op de Oude Gracht, op dit moment natuurlijk de Gedempte Oude Gracht; deze brouwerijen waren gelegen op het stuk dat ook wel de Smalle Gracht werd genoemd. De Olipot lag tussen de Turfmarkt en de Essenstraat, de Boog tussen de Essenstraat en de De Witstraat. Tenslotte nog twee brouwerijen op de Raamgracht (momenteel Gedempte Raamgracht): de Fortuin en de W.
Overigens komen op deze lijst natuurlijk niet alle brouwerijen voor. Er zijn brouwerijen die voor 1628 al ter ziele gingen, en andere brouwerijen die na dat jaar werden opgericht. Helemaal uit beeld blijven de brouwerijen die na 1912 in Haarlem ontstonden, want ook eind twintigste eeuw is weer sprake van nieuwe bedrijven. Dat zijn er in totaal drie, De Haerlemsche Bierbrouwerij, Jopen B.V., en Kinhem. Over deze brouwerijen op een later moment meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten